Tom de WitteOf je nu een grote tuin of een kleine tuin hebt, het begint bij een tuinontwerp maken. Teken je tuin en begin bij de basis. Tuinarchitect Tom de Witte laat aan de hand van zijn eigen tuin zien hoe je een tuinontwerp maakt.
Fase 1. Teken je tuin
Eigenlijk is het ontwerpen van een buitenomgeving een grote denkoefening die tijd vraagt om tot een uitgebalanceerd tuinontwerp te komen. Natuurlijk begin je bij het ontwerpen altijd met de structuur. Of dat nu een tuin is van 50 m2 of een landschap van enkele hectaren. Kijk goed naar de omgeving waarin de tuin en het huis zich bevinden en ook waar je de tuin voor wil gebruiken. Waar is de beste plek voor een tafel of zitje? Waar komt de zon op en waar profiteer je lang van de zon? Welke kleuren wil je terug laten komen in de beplanting?
Teken je tuin – tip: Zoom tijdens het proces in en uit. Kijk van grote afstand naar het geheel maar zoom ook in op de details. Ik ‘kruip’ vaak in de detail van het tuin ontwerp om vandaaruit te kijken wat ik om mij heen zie. Waar kijk je naar als je aan de tuintafel zit of hoe ziet de tuin eruit wanneer je richting het huis kijkt.
Fase 2. Beplantingsplan
Zodra je een goede indeling hebt, is de beplanting aan de orde. Teken je tuin met een goed beplantingsplan. Dit geeft een extra dimensie aan een buitenruimte. Naast dat planten voor structuur, perspectief en ruimte zorgen, bieden ze ook een beleving van de seizoenen. De harde materialen zijn belangrijk voor de structuur, maar mogen de beleving van de beplanting niet domineren. Met vaste planten, grassen en bollen geeft je een extra dimensie aan het ontwerp die mee verandert met de seizoenen. Een opeenvolging van momenten waarbij in het voorjaar de bollen beginnen te bloeien, vervolgens op een andere plaats een sierkers bloeit en later in het voorjaar de vaste planten weer boven de grond komen. Met vervolgens in de herfst een symfonie van kleuren doordat de bomen en struiken zich tooien in duizelingwekkende herfstkleuren. Vaste planten en grassen sterven af, maar boeten niet in aan schoonheid. Het is een kwestie van kijken, leren zien dat iets niet hoeft te bloeien om mooi te zijn. Als je dat kan waarderen geeft dit een nieuwe kijk op de herfst en winter. En geniet je het hele jaar door van jouw mooie tuin.
Fase 3. Groeiproces van de tuin
Zodra de aanleg is afgerond, begint onmiddellijk een nieuw proces. Dit proces is de groei van de tuin tot het beeld zoals bedacht tijdens het tuin ontwerp. Al meteen nadat de planten zijn aangebracht, steken, letterlijk, ook allerlei ongenode gasten de kop op: onkruid. Onkruid is te definiëren als ongewenste plantengroei. We moeten ingrijpen en het onkruid onder de duim houden zodat de ontworpen beplanting zich kan ontwikkelen. Dat ontwikkelen gaat in verschillende snelheden. Bomen en struiken zullen er beduidend langer over doen om tot volle wasdom te komen dan kruidachtige planten, zoals vaste planten en siergrassen. Een gazon is nog sneller; al enkele weken na het inzaaien is het grasveld te betreden en te gebruiken.
Fase 4. Het eindresultaat
Bedenk goed dat buiten de harde materialen zoals de tuin stenen en schutting, de tuin in beweging blijft. Wanneer je een tuin ontwerpt is die waarschijnlijk pas helemaal zoals je hem in gedachten had over een jaartje of 10 of 15. Dat een groene buitenruimte zich met verschillende snelheden ontwikkelt, maakt het alleen maar interessant. Het beheer en de begeleiding van de verschillende planten is een plezier op zich. Het is een kwestie van goed kijken, observeren en ook het in gedachten houden van het gewenste ‘eindbeeld’. Maar het kan ook zijn dat het ooit bedachte beeld van het tuin ontwerp bijgesteld moet worden doordat bijvoorbeeld je buitenwensen veranderen. Stilzitten is er niet bij; je moet aan een tuin blijven werken om het gewenste resultaat te krijgen!
Reageer